Rode lynxen behoren tot de katachtige roofdieren en dan wel tot de groep ‘kleine katten’. Andere katachtigen in Burgers’ Zoo zijn tijgers, leeuwen, cheeta’s en panters.
De rode lynx leeft voornamelijk in zijn eentje. Aan soortgenoten maakt hij zijn aanwezigheid op allerlei manieren duidelijk. Zo markeert hij met urine, met ontlasting, met geurstoffen uit de anaalklieren en ook met krabsporen. Het thuisgebied van één mannetje overlapt met dat van meerdere vrouwtjes.
De paring vindt bij rode lynxen in het vroege voorjaar plaats. Na een dracht van iets meer dan twee maanden worden de jongen geboren. Net als bij huiskatten zijn de jongen aan het begin nog blind en hulpeloos. Na twee maanden drinken ze geen moedermelk meer. Totdat ze zelfstandig kunnen jagen – en dat is pas maanden later – zorgt de moeder voor ‘vlees op het bord’. De vader speelt bij de opvoeding geen rol.
Rode lynxen zijn jagers met een breed voedselspectrum. Ze geven echter de voorkeur aan konijnen en hazen als prooidieren. Zolang er van deze dieren voldoende aanwezig zijn, zullen ze nauwelijks achter iets anders aan zitten. Daalt de populatie hazen en konijnen, dan schakelt de rode lynx over op opossums, knaagdiertjes, stinkdieren, hagedissen en andere prooidieren.
De rode lynx heeft een groot verspreidingsgebied en komt in redelijke populatiedichtheden voor. Hij is dus niet met uitsterven bedreigd. In de Verenigde Staten is de jacht op deze soort legaal en er worden per jaar zo’n 30.000 dieren geschoten.
Rode lynxen leven in de natuur meer in hun eentje. De rode lynx krijgt één keer per dag te eten.
Op het menu staat rat, paarden- of rundvlees of kippenkuikens. Eens per week krijgen ze zelfs vis te eten, dat is misschien wel verrassend voor een bewoner van de Desert! Daarnaast zijn rode lynxen net als huiskatten best gevoelig voor nierfalen. Daarom krijgen ze ook nog een speciaal nierdieet.
Burgers’ Zoo is de enige dierentuin in Nederland waar deze diersoort is te zien.