De Surinaamse kers, ook wel Pitanga genoemd, is een struik, maar kan ook als relatief klein boompje voorkomen. Als hij als boom groeit, wordt hij maximaal 7,5 meter hoog. Je herkent de plant makkelijk aan de bruine kartonachtige bast die vaak schilfert. Hij heeft lange, snel buigende takken met kleine groene bladeren. De Surinaamse kers bloeit wit met bloemen die wel wat lijken op die van een appelboom. Na de bloei ontstaan er vruchtjes aan de boom, zo groot als een kers, met een achttal ribben rondom. De vruchten beginnen groen van kleur, maar ze verkleuren naar geel, oranje en rood (en soms zelfs paars). Als de vruchten rood beginnen te worden, kun je ze eten. Als de vogels je tenminste niet voor zijn, want die houden ook heel erg van Surinaamse kersen.
Het is een boom of struik die langzaam groeit en ook vrij hard hout heeft. De bladeren van de Surinaamse kers bevatten een sterk ruikende olie (die ook gebruikt wordt door mensen als insecten-verjager. Als je de bladeren droogt, kneust en in je huis ophangt, schijnt dat een afschrikwekkende invloed te hebben op insecten). De Surinaamse kers maakt wortels die heel diep de grond ingaan, dus daarom kan hij goed tegen een lang droog seizoen. Hij heeft alleen maar af en toe wat lichte regen nodig.
Bijen zijn gek op de bloemen van de Pitanga, want deze bloemen geven heel veel stuifmeel af. Als je onder de struikjes doorloopt terwijl ze bloeien, hoor je werkelijk een gegons van insecten boven je hoofd. Verder zijn de vruchten dus zeer geliefd voedsel van vogels, die precies doorhebben wanneer de vruchten rijp zijn. Als de kersen nog geel zijn, laten ze ze hangen, maar zodra ze naar rood verkleuren, komen de vogels massaal kersen snacken.
Kinderen (en volwassenen) zijn gek op de kersjes van de Eugenia uniflora. Je kunt de vruchten zo uit de hand eten, maar er wordt ook vaak jam of sap van gemaakt, of de kersen worden in gebak verwerkt. De vruchten bevatten heel veel vitamine C en ze smaken zoet of zoetzuur met een kenmerkende harsige nasmaak. Naast de vruchten worden ook de bladeren door de mens gebruikt. Deze bladeren worden gedroogd en soms als thee getrokken om te drinken tegen maagpijn. Ook kun je, als je last hebt van vliegen, de bladeren drogen en op de grond in je huis leggen. Als je daar dan overheen loopt, komt de sterk ruikende olie vrij, die vliegen schijnt te verjagen.
De IUCN beschouwt de Surinaamse kers als een plant in de categorie ‘Minste Zorg’. Hij is dus niet zeldzaam of bedreigd. De Pitanga is in veel landen geïntroduceerd, ook in andere continenten dan Latijns-Amerika en hij wordt, behalve als nutsgewas, ook als siergewas aangeplant. Op dit moment hoeven we ons dus geen zorgen te maken over de status van de Surinaamse kers. Sterker nog, de plant wordt in meerdere gebieden beschouwd als een invasieve soort, die mogelijk enig gevaar oplevert voor de oorspronkelijke beplanting.
In de Bush staat deze plant om meerdere plekken. Je kunt alle struiken vinden aan de Ocean-kant van de hal, aangezien daar Latijns-Amerika wordt nagebootst. Er staat een struik aan de linkerkant als je de grote betonnen trap oploopt die je laat uitkijken over de hele hal. Daarnaast staat er een Surinaamse kers boven het pad dat je loopt als je naar de zebrastallen gaat. In het geval van de Pitanga bij de Ocean-trap bloeit de plant zo laag dat je de bloemen en vruchten goed van dichtbij kunt bekijken. Trouwens, de Surinaamse kers is ook in de Mangrove te vinden. Daar staat hij vrij dicht aan het verharde pad, niet al te ver van de ruit waardoor je onder het wateroppervlak kunt kijken.