Er zijn zo’n 500 soorten pijpbloemige planten uit het geslacht Aristolochia. Ze zijn te vinden in de tropen en subtropen, maar ook de zogenoemde ‘Duitse pijp’ die wel eens in Nederlandse tuinen wordt aangeplant, hoort bij die groep. De meeste leden uit de familie zijn struikjes of klimmers. Maar de boomaristolochia groeit, zoals de naam al zegt, als boompje. Deze boom wordt zes meter hoog, en heeft een structuurrijke, kurkachtige bast. Hij vertakt sterk. De bladeren zijn ovaal met gave randen. De heel opvallende bloemen groeien direct aan de stam.
Biologen vermoeden dat de boomaristolochia gebruik maakt van het feit dat er in het regenwoud veel schimmels en paddenstoelen te vinden zijn. In het midden van zijn donkerrood met witte bloemen lijkt een paddenstoeltje van 1 cm hoog te groeien. Deze fop-paddenstoel lokt paddenstoelmuggen naar binnen. Achterin de bloem wordt de mug een dag vastgehouden in een holle ruimte in de bloem. Daar komt het diertje onder het stuifmeel. Na een dag verwelkt de bloem en kan de mug ontsnappen. Als de mug in een volgende lok-paddenstoel-truc trapt, zet hij het stuifmeel daar af en bevrucht zo de bloem. Een prachtig verhaal, maar voorlopig nog niet bewezen, want deze boom is in de natuur nog niet bestudeerd!
Ook voor de zaadverspreiding schakelt deze plant dieren in. Na de bloei ontwikkelen zich zaden met een ‘mierenbroodje’, dus een klein voedzaam aanhangseltje aan het zaad. Mieren nemen mierenbroodje met het zaadje mee naar hun nest en verspreiden zo de Aristolochia in het regenwoud.
Er is geen gebruik van deze plant door de mens bekend.
De boomaristolochia is nog niet ingedeeld op de Rode Lijst. Maar hij moet wel heel zeldzaam zijn; wereldwijd is hij maar op een handvol plaatsen gevonden. Hij wordt wel gehouden in meerdere botanische tuinen wereldwijd. Voor zover we echter weten, gaan al deze exemplaren terug op slechts twee ooit geïmporteerde bomen; alle nakomelingen ervan zijn stekjes. Het bestuivingsmechanisme is nog nooit door botanici waargenomen, en een geslaagde voortplanting via zaden is niet te vinden in de literatuur. Een heel bijzondere plant, dus!
In het Zuid-Amerikaanse gedeelte van de Bush zijn meerdere boomaristolochia’s te vinden. Het makkelijkste is die aan het eind van het verblijf van de kolenbranderschildpadden te ontdekken. De boomaristolochia’s verblijden ons twee keer per jaar met hun vreemde bloemen, namelijk in juni en dan nog een keer ongeveer eind augustus. De veeltallige rood-witte bloemen met de nep-paddenstoel groeien al een handbreed boven de grond op de stam. Het zou ook een vreemde namaak-paddenstoel zijn, die hoog in de takken groeit!