De moerasorchidee heeft ca 80-100 cm lange bladeren die er in de lengte geplooid uitzien. Onder de grond heeft hij de voor de orchideeën kenmerkende dubbele wortelknol waaraan de plantenfamilie haar naam dankt. ‘Orchis’ is namelijk Grieks voor ‘testikels’! Als de moerasorchidee bloeit, is hij niet over het hoofd te zien. De bloemstelen worden tussen één en twee meter hoog en daaromheen vind je tussen tien en twintig bloemen in de kleuren geel, roze en bruin.
Veel tropische orchideeënsoorten leven epifytisch, dus op de takken van bomen. Deze soorten zijn succulent en slaan een voorraadje water op in hun blad. Zo niet de moerasorchidee. Die groeit op de grond en heeft bij gebrek aan succulente bladeren veel water nodig; vandaar dat ze vooral op zeer natte grond groeien.
In de natuur wordt deze plant vooral bestoven door houtbijen, dat zijn vrij grote vliesvleugelige insecten. Op de aantrekkelijke geur van de bloem komen wel meer insecten af, zoals vlinders, kevers of andere soorten bijen en hommels. Toch volbrengen alleen de houtbijen de bestuiving.
De moerasorchidee is als tuinplant geliefd om zijn mooie bloeiwijze. Waar het klimaat deze plant gunstig is gezind, kan hij buiten zijn oorspronkelijk verspreidingsgebied verwilderen. De kleine zaadjes worden door de wind gewoon de natuur mee in genomen, en zo verspreidt de plant zich verder. Gelukkig is de moerasorchidee geen woekeraar!
In delen van zijn verspreidingsgebied is de moerasorchidee inmiddels zeldzaam geworden. Met name in Australië geldt hij als bedreigd. Oorzaken zijn onder meer het illegaal plukken, het vertrappen door vee en het droogleggen van moerasgebieden.
Deze planten zijn rondom het rijstterras te vinden. Buiten de bloeitijd trekt hij misschien niet veel aandacht, maar als hij bloeit is hij erg fotogeniek.