De Noni heeft glanzende en vrij grote bladeren. Hij lijkt een beetje op een koffieplant, maar dan met grotere en golvender bladeren. Die gelijkenis is niet zo gek, want de koffieplant komt uit dezelfde familie als de Noni, die van de Sterbladigen (Rubiaceae). De struik of boom van de Morinda citrifolia kan ongeveer 6 meter hoog worden en de takken zijn vierkantig. De bladeren worden zo’n 30 centimeter lang en zijn donkergroen aan de bovenzijde en lichter groen aan de onderkant. De Noni bloeit wit, met vrij kleine bloempjes. Later worden dat de vruchtverbanden; elke vrucht bestaat uit een cluster van segmenten en ieder segment was ooit een bloem. Je kunt de ring van de bloemkelk nog zien zitten in de naveltjes van elk segment.
Je kunt de Noni inmiddels wereldwijd in tropische gebieden aantreffen, want hij wordt veel aangeplant als sierplant in parken en tuinen. Tevens is hij populair vanwege zijn mogelijk medicinale bladeren en zijn delicate vruchten. Hij doet het goed in laaglandgebieden, als het maar lekker heet en vochtig is. In achttien maanden kan hij uitgroeien tot een volwassen plant en dan kan hij ook wel tussen de vier en acht kilo aan vruchten per maand leveren. In principe kán hij het hele jaar rond bloeien en vruchten produceren, maar bij ons in de Bush zien we de bloemen en vruchten vooral in de winter en het voorjaar.
Wevermieren zijn gek op deze plant, want zij maken nesten van de bladeren. In ruil daarvoor zorgen de mieren ervoor dat andere insecten die de Noni kunnen parasiteren geen kans krijgen. Ze beschermen dus ‘hun Noni’ tegen insecten die de plant kunnen schaden. Daarnaast vinden vruchtenetende vleermuizen de geur van de vruchten van de plant bijzonder aantrekkelijk, dus deze naar kaas ruikende vruchten staan op hun menu. En de vleermuizen zorgen er op hun beurt voor dat de zaden in die Noni-vruchten verspreid raken via hun uitwerpselen.
In Europa en ook in de VS begint de Noni steeds populairder te worden. Er wordt sap gemaakt van de vruchten, er worden voedingssupplementen van geproduceerd, er wordt thee getrokken van de bladeren. Je kunt de vruchten in principe ook uit het vuistje eten, ze zitten vol met vitamines en mineralen. De zaden kun je roosteren. In de Bush wordt er vaak naar de Noni gevraagd, want deze plant wordt binnen sommige groepen als een soort wonderplant gezien en soms wordt zelfs
Je vindt de Noni in tuinen op Bonaire, in parken in Indonesië en in Australië, om maar een paar voorbeelden te noemen. Hij verspreidt zich redelijk makkelijk via het zaad dat in vruchten van de bomen valt. En tegenwoordig is de Morinda citrifolia op zoveel plekken geïntroduceerd en voor de sier of als nutsgewas aangeplant dat we niet hoeven te vrezen dat deze plant snel in een bedreigde situatie terecht zal komen. Hij is niet geëvalueerd volgens de criteria voor de Rode Lijst van de IUCN.
De Noni staat op diverse plekken in de Bush. Er staat een kleintje van slechts twee meter hoog aan het pad dat parallel loopt aan de Serre van het Bush Restaurant. Daar kun je bloemen en vruchten redelijk goed van dichtbij zien. Er staat daarnaast ook een heel hoge boom aan het pad bij de schildpadden in het Azië-gedeelte van de hal. De vruchten daar hangen op acht meter hoogte ongeveer, dus die kun je zonder verrekijker niet goed zien. Ze vallen echter dikwijls naar beneden in de winter of begin van de lente, dus je kunt, als je goed kijkt, wel eens zo’n grijze glibbervrucht zien liggen.