De Victoria kroonduif en drie andere, nauw verwante soorten kroonduiven zijn met een gewicht van twee kilo de zwaarste en grootste vertegenwoordigers uit de vogelfamilie van de duiven. Duiven zijn een vrij soortenrijke groep; er zijn meer dan driehonderd verschillende! In Burgers’ Zoo zijn in de Bush naast de Victoria kroonduif nog meer soorten duiven te zien, zoals de groenvleugelduif, de groene muskaatduif en de oranjevoorhoofdvruchtenduif. Ook in de Desert en de Mangrove komt u duiven tegen, namelijk de witvleugelduif en de Socorroduif.
Kroonduiven lopen overdag vooral op de grond, waar ze ook hun voedsel zoeken. Ze kunnen wel vliegen, al zijn ze als vrij zware vogels nogal lompe vliegers. Ze slapen en broeden in bomen.
Het is interessant om kroonduiven bij het drinken te observeren. De meeste vogels nemen telkens een beetje water in de snavel en tillen dan hun kop op, om het water door de slokdarm richting maag te laten lopen. Victoria kroonduiven daarentegen kunnen, zoals alle duiven, vloeistoffen opzuigen en dus ‘gewoon’ drinken!
Kroonduiven zijn monogame vogels. Voorafgaand aan elke broed wordt gebaltst, waarbij ze brommende geluiden voortbrengen en om elkaar heen lopen en springen. Het mannetje brengt nestmateriaal, het vrouwtje bouwt het nest, dat niet meer is dan een slordig platform van twijgjes. Kroonduiven leggen per keer slechts één ei.
Vruchten en zaden zijn voor net uit het ei gekomen nestblijvende jongen niet goed te verteren. Veel vogels, die eigenlijk zaadeters zijn, voeren daarom hun jongen in de eerste tijd met makkelijker te verteren insecten. Zo niet de duiven; zij scheiden uit klieren in hun krop de zogenoemde ‘kropmelk’ af als voedsel voor hun jong. Beide ouders voeren in de eerste dagen hun jong met deze kropmelk, daarna krijgt het voorverteerde zaden en bessen als voedsel.
Alle vier soorten kroonduiven komen alleen maar in de regenwouden van Papoea-Nieuw-Guinea voor. En elke soort leeft ook slechts in een bepaald gebied van dat eiland. Diersoorten met een klein verspreidingsgebied zijn altijd kwetsbaar. Op kroonduiven werd vroeger gejaagd om hun vlees, ook werden de veren uit hun kroontje bij ceremonies gebruikt. Omdat de populatie-aantallen in de natuur slinken, is voor de Victoria kroonduif in Europese dierentuinen een fokprogramma opgericht.
De fok verloopt met deze soort in de Bush voorspoedig. Er komt elk jaar wel een jong uit en soms lukken zelfs twee broedsels. Als het vorige jong al vrij groot is en de ouders weer aan het broeden gaan, wordt via de coördinator van het fokprogramma een goede plek in een andere dierentuin gezocht voor de ‘puberduif’. Want de verdere aanwezigheid van het jong verstoort de ouders nogal bij de volgende broed.