Zeekomkommer, zeeappel, zeedruif, zeedahlia en zeeanemoon zijn allemaal Nederlandse namen van dieren uit de zee. Zeegras en zeesla zijn gelukkig nog wel planten. Verwarrend al die namen.
Maar het zijn niet alleen de namen die verbazingwekkend zijn. Ook bij de dieren zelf is soms lastig een voor- en achterkant te ontdekken. Een mooi voorbeeld is de zeekomkommer. Een paars-zwarte ‘worst’ die je regelmatig op de bodem van het koraalrif ziet liggen heet de eetbare zeekomkommer (Holothuria edulis). De ruim 1250 soorten zeekomkommers behoren samen met de zee-egels en zeesterren tot de stekelhuidige dieren.
Als je een zeekomkommer ziet liggen, bedenk je niet meteen dat hij eetbaar is. In Azië worden meerdere soorten zeekomkommers graag gegeten. Toch is zo’n zeekomkommer niet helemaal weerloos als er op hem gejaagd wordt. Want in de einddarm heeft de zeekomkommer nog een speciaal orgaan zitten: de buis van Cuvier. Deze buis is gevuld met witte slierten die het dier bij gevaar uit kan stoten. Die slierten reageren met zeewater en worden heel plakkerig en harden snel uit. De ongelukkige aanvaller heeft dan de vinnen vol om dit spul kwijt te raken. En als dat nog niet genoeg is, kan er ook nog wat gif meegeven worden aan de slierten. Een ideale verdedigingstactiek voor een dier dat alles in slow motion doet.
Zeekomkommers zijn belangrijke opruimers in het rif. Sommige soorten hebben mondflappen om voedsel van de bodem af te poetsen. De soort uit het Arnhemse koraalrif heeft geen mondflappen. Zij eten gewoon zand. In, op en tussen het zand bevindt zich veel eetbaar vuil, algjes, bacteriën en kleine diertjes. Vies zand gaat naar binnen en via de darm, die als een buis door het dier heen loopt, komt het schone zand aan de achterzijde er weer uit. Een ideale schoonmaker van het rif dus en vooral ook een hulp om het zand in het koraalrifbassin schoon te houden. Als de zeekomkommers het niet helemaal aankunnen, helpen duikers met stofzuigen van de bodem.
Zoals bij alle stekelhuidige dieren is het zenuwstelsel van de zeekomkommers zeer primitief. Het bestaat uit een eenvoudig zenuwcentrum; geen hersenen, maar een ring van zenuwknooppunten waar vandaan zenuwbanen vertakken. Ook de voortplanting is heel eenvoudig. Op een bepaald moment in het jaar worden alle geslachtscellen tegelijk in het water geloosd. Als een zaadcel en eicel elkaar vinden, vindt de bevruchting plaats en ontstaat er een larfje. Dit larfje zweeft een tijdje als dierlijk plankton door de oceaan om dan in een later stadium de zandbodem weer op te zoeken. Al met al een vrij eenvoudig gebouwd dier maar belangrijk voor het rif en zeker de moeite waard om hem eens te zoeken op de bodem in het koraalrifbassin als hij zijn zandprakje consumeert.
De jonge luipaardhaai die op 5 januari 2024 uit het ei is gekomen, is het resultaat van ongeslachtel…
5 augustus 2024
De collectie in de ‘Kleine Oceaan’ – het bassin aan de linkerhand vóór de roggentunnel - heeft naast…
30 mei 2024
Dinsdag 12 maart 2024 vertrekken 82 zachte koralen, 5 steenkoralen en 6 zeeanemonen vanuit onze dier…
12 maart 2024