Vroeger werden dierentuincollecties vaak geordend (en verzameld) volgens het model van een dierenencyclopedie: de papegaaiensoorten bij elkaar, de katachtigen bij elkaar, de apen op een rijtje, et cetera. In recente tijden is dat in veel parken veranderd in het ordenen naar continent, biotoop of thema. Maar op veel terreinen, zoals de administratie van de levende have, is de systematische ordening naar verwantschap nog steeds van groot belang.
Biologen die uitzochten hoe die verwantschappen in elkaar steken (taxonomen) hebben hier verschillende methodes voor gebruikt. Als eerste wordt natuurlijk gekeken naar het uiterlijk van de dieren: hoeveel lijken ze op elkaar? Niemand zal ooit een kat in de groep van hondachtigen plaatsen. Maar wat zijn nou precies de verschillen? Dan kun je bijvoorbeeld de anatomie erbij halen. Hoe lijken skeletonderdelen op elkaar, zijn er overeenkomsten in de spijsverteringsorganen, et cetera? Maar opgepast! Soms gaan vormen van totaal verschillende diersoorten op elkaar lijken doordat ze in de evolutie aan overeenkomstige leefomstandigheden zijn aangepast. Vleermuizen hebben vleugels maar zijn geen vogels!
Om die valkuilen te vermijden, wordt er liever naar andere kenmerken gekeken. Je kunt bijvoorbeeld de bouw van eiwitten of de afweerstoffen vergelijken. Zo’n chemische benadering is al veel betrouwbaarder; je kunt de verschillen objectief meten. Hoe minder verschillen, hoe nauwer verwant. Zo is chemisch bevestigd dat mensen en mensapen dicht bij elkaar staan. Maar het kan nog preciezer. Als soorten nauw verwant zijn, moet het erfelijk materiaal niet veel van elkaar verschillen. Daarom wordt tegenwoordig steeds meer onderzoek gedaan naar het DNA, de reusachtige moleculen waarin alle kenmerken van een soort liggen opgeslagen.
En dat is niet alleen objectief, maar ook spectaculair! Heel veel planten en dieren kregen ineens totaal andere neefjes en nichten. De condor en de koningsgier bijvoorbeeld horen volgens hun DNA niet meer bij de roofvogels, maar bij de ooievaarachtigen. Nachtzwaluwen en kolibri’s zijn nu samengevoegd, flamingo’s die vroeger in de buurt van eenden uitkwamen, blijken verwant aan de futen, de schoenbekooievaar gaat naar de pelikanen en de valken zijn ook bij de roofvogels verdwenen en staan nu apart.
Het zal u waarschijnlijk worst zijn, maar ook bij de zoogdieren zijn er toestanden! Zo was het al langer bekend dat olifanten, zeekoeien en klipdassen veel gemeenschappelijk hebben. In dat wonderbaarlijke groepje zat ook het aardvarken. Maar dat is niet meer zo. Het aardvarken blijkt verwant aan de groepen van olifantsspitsmuizen, tenreks en goudmollen.
Een voor menigeen schokkende opvatting zal ook zijn dat de vogels niet meer als aparte groep worden beschouwd, maar als aparte groep binnen de ‘oerreptielen’ (Archosauria): naast de krokodillen!
Een centaur is een paardmens uit de Griekse mythologie. Een centaur heeft voor driekwart het lichaam…
Enkele seconde geleden
Een weerwolf is een mythologisch figuur dat vooral in de Europese folklore voorkomt. Een weerwolf is…
Enkele seconde geleden
De yeti (ook wel migyur, yeren of verschrikkelijke sneeuwman genoemd) zou volgens de verhalen een re…
Enkele seconde geleden