De reptielencollectie van Burgers’ Zoo was nooit zo uitgebreid. Met de komst van de tropische hallen is het hiermee langzaam bergopwaarts gegaan. In de Mangrovehal (destijds de Proefhal genoemd) kwamen de eerste kaaimannen en een aantal schildpadden die later naar de Bush over gingen. In de Desert zijn vrijlevende hagedissen vooralsnog geen succes gebleken, maar in enkele verblijven zijn slangen en bijvoorbeeld de gilamonsters helemaal ingeburgerd.
Toch bleef het kriebelen wat de Desert betreft. Een woestijn is bij uitstek een leefgebied voor reptielen en met name in de Sonora- en Mojave-woestijn komen nogal wat interessante soorten voor. Daarom is er onlangs besloten toch nog maar een paar hagedissensoorten toe te voegen. Zo zijn er vijf halsbandleguaantjes uit de Antwerpse dierentuin overgenomen en in een rotsterrarium in onze woestijn geplaatst.
Leguaanachtigen zijn echt hagedissen van de Nieuwe Wereld (Noord- en Zuid-Amerika). Ze hebben zich daar in heel veel vormen aan heel veel biotopen aangepast: van de groene leguanen en anolissen uit de tropische regenwouden tot de kleine haagleguaantjes, luipaardleguanen en ook de halsbandleguaantjes uit woestijnen en droge, hete rotsgebieden. Voor degenen die zich nu afvragen waarom dat nou allemaal leguanen zijn, helpt het misschien om te weten dat zij zich onderscheiden door onder andere de inplant van de tanden in de kaak. Ze staan namelijk niet bovenop de kaak zoals bij ons, maar in de zijkant van de kaak.
Halsbandleguaantjes zijn mooi. Ze hebben twee zwarte strepen om de nek en verder overal spikkeltjes. Opvallend is dat wanneer een vrouwtje heeft gepaard, ze enkele feloranje strepen op het voorste deel van haar lijf krijgt die na de leg weer verdwijnen. We hopen die te zijner tijd natuurlijk ook te kunnen laten zien, maar zover is het nog niet.
Deze hagedissen zijn geen allemansvrienden. Ze kunnen behoorlijk roofzuchtig zijn, waarbij ze het presteren andere hagedissen op te eten die vrijwel net zo groot zijn als zijzelf. Hiertoe wordt eerst de schedel van het slachtoffer kapot gebeten, waarna de stevige maaltijd in alle rust kan volgen. Maar normaal eten ze vooral insecten en zelfs vruchten. Als ze op jacht gaan, gaat het hele lichaam en de staart van de grond en rennen ze hoogbenig met enorme snelheden op hun prooi af. Ze kunnen snelheden tot zelfs 25 kilometer per uur halen!
Die snelheid komt ze ook goed van pas wanneer ze zelf belaagd worden door bijvoorbeeld slangen of roofvogels. Een renkoekoek haalt echter 35 kilometer per uur en die verschalkt dus nog wel eens een halsbandleguaantje!
Overigens moeten hagedissen wel goed warm zijn om deze snelheden te halen. Woestijnhagedissen vinden het pas boven de 30°C lekker en bij velen begint de spijsvertering pas goed bij 35°C. Daarboven wordt het echter ook voor hen te warm, maar onze halsbandjes vinden het zelfs bij 43°C nog prima! Dat komt hen goed van pas, omdat ze graag op stenen liggen en die worden vaak gloeiend heet.
In deze nieuwe reeks artikelen beschrijven we voorbeelden van camouflage in het dierenrijk. Er zijn…
26 januari 2023
Bezoekers in de Desert reageren meestal met een mengeling van bewondering en ontzag als ze de kalkoe…
24 november 2022
De Noord-Amerikaanse boomstekelvarkens hebben in de Desert hun intrek genomen in het voormalige verb…
17 november 2022