Het is een roestbruine duif, zonder prachtige kleuren, grote kuif, mooi klinkend geluid of apart gedrag. Toch heeft deze soort iets bijzonders. Jarenlang heeft een succesvol stel in de Desert ruim zes jongen groot gebracht. Na het overlijden van het vrouwtje bleek het mannetje te oud te zijn om zich voort te planten. Vandaar dat een nieuw stel zijn intrek heeft genomen in de Desert.
De Socorroduif kwam oorspronkelijk voor op één eilandje, Socorro, zeshonderd kilometer voor de kust van noordwest Mexico. Een onbewoond eiland ter grootte van Texel, dat pas in 1954 zijn eerste bewoners kreeg door de vestiging van een marinebasis. In die tijd begonnen de bewoners te jagen op de duif. De tweehonderdvijftig bewoners namen bovendien schapen mee die het eiland kaal vraten, waardoor nestgelegenheid voor de Socorroduif verdween. Daarnaast waren de tamme duiven, die geen rovers gewend waren, een makkelijke prooi voor verwilderde katten. Dit resulteerde in 1972 tot het uitsterven van de Socorroduif.
Gelukkig waren eerder een onbekend aantal Socorroduiven gevangen voor privé- en dierentuincollecties. Een speciaal kweekprogramma werd opgezet om gecoördineerd een genetisch gezonde populatie in dierentuinen op te bouwen. Dit EEP (European Endangered species Program) werd gecoördineerd door de dierentuin in Frankfurt. De huidige populatie binnen het programma betreft nu 79 dieren, waarvan er drie in Burgers’ Zoo leven. Juist het nieuwe stel in de Desert is een genetisch belangrijk stel, dus nakweek is heel belangrijk.
Vele soorten zijn net als de Socorroduif uitgestorven. Weinig soorten hebben een tweede kans gekregen. Voor de Socorroduif wordt er hard aan gewerkt om deze tweede kans te creëren. De eerste dieren zijn vanuit het Europese kweekprogramma al vertrokken naar een nieuw opvangcentrum op het Soccoro-eiland om te zijner tijd te worden vrijgelaten. Voordat dit gebeurt, zullen de leefomstandigheden optimaal moeten zijn. De katten en de schapen moeten worden gevangen, zodat de overlevingskansen van de ‘nieuwe’ populatie vergroot worden. Pas dan kan deze roestbruine duif zijn vleugels uitslaan in een tweede leven.
Enkele andere soorten zijn al eerder succesvol vanuit dierentuinen teruggekeerd in de natuur. Het Przewalskipaard verdween uit zijn natuurlijke omgeving in Mongolië in 1966. In 1992 zijn de eerste zestien paarden teruggezet. Zij vormen nu een gezonde populatie van ruim 1500 dieren met zorgvuldige bescherming ter plekke. Ook de Europese bizon of wisent was sinds 1921 verdwenen uit de bossen in Noord- en Midden-Europa. In 1952 zijn dieren in Oost-Europa uitgezet, waar nu weer gezonde kuddes grazen. In 2007 zijn in een begrazingsproject in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland dieren in Nederland uitgezet. Helaas is er van veel soorten die met uitsterven worden bedreigd geen ‘reserve’ voorradig, of de natuurlijke omgeving is zodanig veranderd dat overleven in de natuur onmogelijk is…