Kalkoengieren behoren tot de ‘gieren van de Nieuwe Wereld’ (dus uit Amerika), net zoals bijvoorbeeld de koningsgier. Volgens DNA-onderzoek zijn deze ‘gieren uit de Nieuwe Wereld’ ondanks sommige kenmerken zoals de typerende kale kop geen nauwe familie van de gierensoorten die in Afrika en Azië leven.
Kalkoengieren hebben zoals sommige andere gieren ook een bijzondere manier van afkoelen als ze het warm krijgen: ze plassen over hun eigen poten heen! Bij het verdampen van de vloeistof wordt warmte aan de benen onttrokken. Omdat hun urine wit is, verraadt de kleur van de benen of de kalkoengier het recentelijk warm heeft gehad…
Een ingewikkeld nest bouwen, is aan kalkoengieren niet besteed. Ze leggen hun eieren in een gleuf of op een richel van een rots, of in struikgewas. Beide ouders broeden en voeden de jongen op. De jongen zijn nestblijvers; de eerste tijd zijn ze bedekt met lichtgrijs dons.
Kalkoengieren kunnen goed zien, maar een karkas vinden ze ook met behulp van hun uitstekende reuk. Ze prefereren karkassen van dieren die nog niet al te lang zijn overleden. Door het eten van dode dieren zijn de gieren belangrijke opruimers in het dierenrijk; ze voorkomen bijvoorbeeld het verspreiden van ziektes.
Gelukkig zijn kalkoengieren niet met uitsterven bedreigd. Dat komt onder andere door hun groot verspreidingsgebied en doordat ze niet kieskeurig zijn wat hun habitat betreft.
In Burgers’ Desert leven enkele kalkoengieren los in de hal. Wie geluk heeft, ziet ze op warme dagen door de Desert zweven. Als pure aaseters vallen ze de kleinere vogeltjes die ook vrij in de Desert leven niet aan. En ook de bezoekers laten ze helemaal ongemoeid!
Als voedsel krijgen de kalkoengieren elke dag dode ratten of dode kippenkuikens. Eens per week krijgen ze een dood konijn als voer.