Zoals bij alle 200 soorten agaven groeien de bladeren in een rozet. Ze zijn taai en vezelig en hebben succulente kenmerken; ze kunnen dus water opslaan. Bij de meeste agaven heeft ook deze soort aan de bladranden stekels die vraat tegen moeten gaan.
Het blad van agaven heeft een waslaag over zich heen, als bescherming voor uitdroging. Ook is de kleur van het blad vaak zilver of grijs-blauw, wat zonlicht beter reflecteert dan een diepgroen.
Alle agaven hebben een zeer opvallende bloeiwijze. De rozetten groeien weliswaar direct op de grond, maar de planten maken een enorm lange bloemsteel aan. De bloesems bevinden zich dus vaak meerdere meters in de lucht! Als de soort, zoals de Amerikaanse agave, de bloemen vrij sterk geëxponeerd heeft, zet ze in op vleermuizen als bestuivers. Agaven die de bloemetjes direct aan de bloemsteel hebben zitten, richten zich meer op nachtvlinders en bijen.
Agaven waren voor de oorspronkelijke bevolking van Noord-Amerika een soort all-in-one-plant. Zowel bladeren, bloemen als zaden zijn eetbaar. En de jonge bloemstengels werden geroosterd en als delicatesse beschouwd. De vezels in de oudere bladeren van agaven zijn ook op velerlei manieren nuttig voor de mens: men maakte er bezems van, vlocht schoenen, maakte valstrikken en gebruikte ze voor bogen. Ook vandaag de dag gebruiken we wel eens agavenvezels, en dan wel onder de naam ‘sisal’.
Terwijl sommige soorten agaven en nauw verwante yucca’s zeldzaam zijn, is de Amerikaanse agave wijd verspreid en komt talrijk voor.
De agaven zijn in Burgers’ Desert niet over het hoofd te zien. Er zijn tal van soorten, met beide types bloeiwijze: die voor vleermuizen en die voor insecten. Van de late lente tot begin van de herfst zijn er altijd wel bloeiende agaven te bewonderen. De Amerikaanse agave is één van de grotere soorten.