De watervaraan is een reptiel en behoort tot de hagedissen uit de familie van de varanen. Andere hagedissen in Burgers’ Zoo zijn bijvoorbeeld de kroonbasilisken, de groene leguanen en de anolissen in de Bush.
Net zoals slangen hebben ook varanen een gespleten tong en het orgaan van Jacobson in hun gehemelte. Hiermee kunnen ze ‘stereo-ruiken’ en zodoende een prooi ontdekken. Je zult een watervaraan dus vaak zijn tong even zien uitsteken. Als een prooi is ontdekt, zet de varaan een snelle achtervolging in.
Watervaranen vergraven hun eieren graag in termietenheuvels en broedheuvels van grootpoothoenders, omdat daar voor de eieren een optimaal broedklimaat heerst. In deze goede omstandigheden komen er meer eieren uit dan als de varaan de eieren gewoon in de bodem begraaft.
Als vlees- en aaseters hebben watervaranen een breed voedselspectrum. Ze eten van alles, zoals vogels, kleine krokodillen, waterschildpadden, knaagdieren, vissen en eieren. Maar ze voeden zich ook met aas en zelfs voedselresten op vuilnisbelten vinden ze lekker. In veel gebieden zijn watervaranen cultuurvolgers, die zich niet door menselijke activiteiten uit het veld laten slaan.
Voor zover bekend gaat het goed met de watervaranen in het wild. Er zijn geen precieze aantallen bekend, maar de varaan kan zich goed aanpassen aan zijn omgeving. De diersoort is niet bedreigd en er is geen speciaal fokprogramma voor in dierentuinen.
Watervaranen zijn koudbloedige dieren, ze hebben warme temperaturen nodig om echt actief te zijn. In het Nederlandse klimaat is het voor watervaranen bijna altijd te koud om buiten te kunnen zijn. Daarom bewoont deze soort in de Rimba een ruim verblijf waar het altijd zo’n 28 graden is.
In Burgers’ Zoo staan vissen en ratten voor watervaranen op het menu. Het voedsel wordt door de dierverzorger met een lange tang aangereikt.