Dierenparken vervullen in een stadse omgeving vaak een belangrijke rol als refugium voor lokale flora en fauna. Burgers’ Zoo ligt in een zeer natuurrijke omgeving, met grote biodiversiteit rondom het park. Daardoor zijn er ook ín ons park - los van de officiële dieren- en plantencollectie - allerlei interessante inheemse soorten aan te treffen.
Burgers’ Zoo ligt weliswaar aan de rand van een stad met 150.000 inwoners, maar grenst anderzijds direct aan de Veluwe. Deze landstreek is zelfs door de Nederlandse overheid als Natura 2000-gebied aangewezen vanwege de waardevolle inheemse biodiversiteit. We kunnen ons gelukkig prijzen met deze natuurlijke omgeving. Zo’n groene, mooie buurt heeft voor een dierenpark allerlei consequenties. Zo zien we in ons dierenpark in tegenstelling tot de stadsdierentuinen slechts weinig bezoekers die komen voor een ‘ommetje in de buitenlucht, in het groen’. Rondom Burgers’ Zoo zijn er immers overal wandelpaden in bos en hei. Onze bezoekers komen eerder voor de tropische natuur en de dieren zelf dan voor een recreatieve wandeling. En uiteraard vindt men door de nabijheid van de lokale natuur ook veel interessante inheemse soorten in ons park!
Zo’n dierenpark met zijn uiteenlopende micro-habitats zoals watergrachten, rotsen, reliëfverschillen, zonnige bloemenweides en donkere bossen vormt voor veel inheemse diersoorten eigenlijk vanzelf een aantrekkelijke leefomgeving. Zo vinden gewone watersalamanders de olifantenvijver een fijn plekje; hopelijk ontdekken ze dit voorjaar dat de gracht bij de maki’s of doodshoofdapen nog prettiger en natuurlijker is door de oeverbeplanting. Boerenzwaluwen broeden graag onder de overkapping van de giraffestallen en in de waterrijke gebieden kwaken kikkers. De afgelopen jaren richten we steeds meer aandacht op het bevorderen van inheemse soorten. Door de basis qua flora op orde te hebben, ondersteun je insectenrijkdom en zorg je voor schuilplekken. Dit trekt weer andere dieren aan; van vogels tot vleermuizen.
De gaspeldoorn is een plant die prima past in een Veluws landschap. Hij is her en der te vinden in ons park.
Zoodesigner Stef van Campen is binnen Burgers’ Zoo onder meer verantwoordelijk voor de beplantingsplannen. Bij zijn plannen is het versterken van lokale natuur een belangrijk uitgangspunt. Planten schaft hij het liefst aan bij kwekers die biologische teelt toepassen of die onder een milieukeurmerk telen. In de overdekte ecodisplays werkt hij met tropische planten; in de ecodisplays in de buitenlucht met planten die bij het getoonde gebied passen, maar wel tegen onze winters kunnen. De droogte van de afgelopen jaren heeft ervoor gezorgd dat met name niet-inheemse naaldbomen het erg moeilijk hebben in ons park. Recent hebben we daarom moeten besluiten om een aantal zilversparren in zeer slechte conditie te kappen. Daarvoor in de plaats gaan we bomen en struiken planten die lijken op bomen van de savanne, zoals acacia’s en christusdoorn. Langs de hoofdroute concentreren we ons niet alleen graag op inheemse soorten, maar zelfs op Veluwse soorten zoals de gaspeldoorn. Die bloeit bijna heel het jaar door, per individuele struik een andere periode; daarom is hij voor insecten een belangrijke bron van nectar in mindere tijden.
De onderste lagen van de vegetatie krijgen extra aandacht. Bij de ingang van de Safari, bij het maki-verblijf en naast de Mangrove zijn bloemenweides ingezaaid, die voor allerlei insecten en andere ongewervelden interessant zijn. Een etage hoger, de struiklaag, met veel bloemen en bessen is ook aantrekkelijk voor veel kleine dieren. De grootschalige inzet van bladblazers is in de ban gedaan: de paden moeten natuurlijk schoon en netjes zijn, maar dood blad in de borders creëert niet alleen belangrijke schuilplekken voor geleedpotigen, maar levert ook voedingstoffen voor planten. Bovendien blaas je met het blad vaak ook de fijne humus weg.
Niet met alle inheemse diersoorten is de zoo even blij. Een vossenfamilie op het terrein, die af en toe van een parelhoen smikkelt, accepteer je. Net als al de rosse woelmuizen die de bezoekers in goede jaren zeker zien scharrelen in de bosrijke stukken van onze zoo. Deze knaagdieren komen niet in gebouwen en brengen geen significante schade toe. Een ander gevalletje zijn de eikenprocessierupsen van wie de haartjes jeuk en uitslag veroorzaken. We bevorderen de leefomgeving van hun natuurlijke vijanden zoals mezen, vleermuizen en sluipwespen én planten geen waardbomen voor deze rupsen meer bij de terrassen. Een paar wilde nijlganzen weten ons park ook te vinden. De EU rekent ze tot invasieve exoten; maar zolang het er niet te veel worden en ze zich bij de flamingo’s of de Safarivijver ophouden, passen ze goed in het plaatje. Wilde watervogels zien we de afgelopen jaren toch een beetje met gemengde gevoelens in ons park neerstrijken; zij kunnen immers dragers van het vogelgriepvirus zijn. Blij worden we van prachtige zangvogeltjes zoals het goudhaantje of de appelvink. En van het feit dat er al sinds vier jaar een koppel wilde oehoes ons park als broedplek heeft uitverkoren. Als zo’n grote, in Nederland zeldzame roofvogel zich op het terrein vestigt, dan is dat de kroon op de inspanning om ons park tot een goed leefgebied voor wilde natuur te maken.
Als je van alles over libellen wilt weten, moet je in de dierentuin bij Jelle Wissink zijn: hij is een kenner en liefhebber van deze vlotte jagers. Jelle is als student meer dan vier jaar geleden op de afdeling Ticketcontrole/Parkeren begonnen en heeft afgelopen jaar zijn studie Toegepaste Biologie afgerond. Inmiddels werkt hij met veel plezier bij de Plantenverzorging; in afwachting op een baan in de ecologiesector combineert hij zijn werk met zijn passie voor inheemse planten en dieren – en in het bijzonder libellen.
Jelle aan het werk in de gracht rondom het maki-eiland.
Bij de watergrachten rond het maki-eiland. Dat gebied is natuurlijk nog niet zo lang geleden aangelegd, pas in 2019. Daarom vond ik het juist leuk om afgelopen jaar te kijken, welke soorten daar al te zien waren. En ik zag al in het voorjaar van 2020 bruine winterjuffers!
Die soort moet dus al direct in het eerste jaar dit nieuwe plekje hebben ontdekt. Bruine winterjuffers ontwikkelen zich snel. In het voorjaar worden eitjes gelegd, dan leeft hij een tijd lang als de larve in het water, en komt al in hetzelfde jaar als imago – dus als volwassen insect – het water uit. Winterjuffers (de bruine en de Noorse) zijn de enige libellen die als volwassen insect de winter overleven, dankzij een soort antivries in hun lijf. Direct op de eerste warme lentedagen zie je deze libellen dan alweer aan de waterkant.
Een bruine winterjuffer. Juffers zijn te onderscheiden van echte libellen door hun smalle achterlijf, de vleugelstand en ogen die elkaar niet raken.
Die brengen de winter door in het water, als larve of als ei. Maar bij hen duurt het in het voorjaar dus langer voordat je de volwassen exemplaren ziet.
Jazeker! Libellen zoals de steenrode heidelibel en de bruinrode heidelibel vliegen best ver weg van hun voorplantingswater, vooral als jongvolwassen dieren zijn ze nog niet zo territoriaal. Ze jagen dus in de zomer ook op de parkeerplaats op vliegen, muggen of kleine juffers. Als zitplaats en uitkijk kiezen ze trouwens graag de antennes van auto’s die in de zon geparkeerd staan! Supermakkelijk spotten dus.
Klopt. Maar al te heet en te zonnig moet het ook weer niet zijn. Op dagen met sterke UV-straling zie je libellen juist vaak met hun achterwerk richting de zon gedraaid, in de zogenoemde ‘obelisk-houding’. Zo stellen ze zo min mogelijk lichaamsoppervlak rechtstreeks aan zonlicht bloot.
Een bruinrode heidelibel op een auto-antenne op de parkeerplaats van Burgers' Zoo. Echte libellen zijn robuster dan juffers, hebben wijdstaande vleugels en de grote ogen raken elkaar (bijna).
Ja, dat is een mooie gracht met veel oevervegetatie. In het water heb je rietvoorns, en er zitten ook vaak verschillende libellen. En nog een tip: een ijsvogel zie je daar ook vaak! Hij heeft zijn vaste uitkijk op de plek waar de bamboestengels over het water hangen. Dus het is zeker de moeite waard om daar eens naar te kijken! Mooi dat de ijsvogels, door de zachte winters, het de afgelopen jaren in Nederland weer aardig goed doen.
Op de website waarneming.nl hebben collega’s en bezoekers al meer dan 3000 waarnemingen van planten en dieren genoteerd, allemaal gezien op het terrein van Burgers’ Zoo. Van marmertrilspin tot vijfdelig kaasjeskruid, en van grote gele kwikstaart tot blauwe breedscheenjuffer. En als je niet zeker weet hoe deze dieren eruitzien: foto’s staan er vaak ook bij!
Een centaur is een paardmens uit de Griekse mythologie. Een centaur heeft voor driekwart het lichaam…
Enkele seconde geleden
Een weerwolf is een mythologisch figuur dat vooral in de Europese folklore voorkomt. Een weerwolf is…
Enkele seconde geleden
De yeti (ook wel migyur, yeren of verschrikkelijke sneeuwman genoemd) zou volgens de verhalen een re…
Enkele seconde geleden