Zorg voor zeer oude dieren staat aanzienlijk minder in de schijnwerpers, maar ook voor hen is speciale aandacht en specialistische zorg nodig.
Dierentuinen melden graag de geboortes van giraffen, tijgers of het uitkomen van kaketoes en basilisken. Foksuccessen bij moeilijk te houden en te kweken soorten worden breed uitgemeten binnen vakgroepen wereldwijd, ook de foto's van de jonge dieren verrukken de media. Maar hoe zit het met het andere uiteinde van de leeftijdspiramide? Zorg voor zeer oude dieren staat aanzienlijk minder in de schijnwerpers, maar ook voor hen is speciale aandacht en specialistische zorg nodig. Hier is een klein kijkje in het bejaardentehuis van de dierentuin.
Zoals Charles Darwin al vaststelde, krijgen dieren veel meer jongen dan eigenlijk nodig is om de soortaantallen stabiel te houden. Natuurlijke selectie in de vorm van vrij hoge sterfte vanaf jonge leeftijd zorgt voor balans in de populatie. Roofdieren, parasieten, ziekten en te weinig voedsel zijn factoren die bij het leven in het wild horen. Bij mannelijke leeuwenpups groeit in de natuur slechts één op de acht dieren op tot volwassenheid. Ook bij giraffen overleeft slechts één op de vier het eerste levensjaar, ondanks intensieve moederzorg. Toch is het leven niet alleen maar op de Afrikaanse savanne zwaar: van de koolmezen in onze tuinen en bossen sterft meer dan 85% in het eerste levensjaar. Het is duidelijk dat de gemiddelde levensverwachting in de natuur veel lager is dan wat de diersoort in principe kan bereiken, als er geen vroegtijdig overlijden door natuurlijke selectie zou bestaan.
De meeste zoogdieren hebben in de dierentuin een veel lager sterftecijfer dan in de natuur. Dit betekent dat de gemiddelde levensverwachting in de veilige omgeving van de dierentuin aanzienlijk toeneemt. De senioren in de dierentuin profiteren dan ook van de allround verzorging met constante beschikbaarheid van voldoende voedsel, vers water en een dierenarts als ze iets mankeren. Bovendien maakt het gebrek aan concurrentie van jongere, krachtigere leden van de soort hun leven een stuk makkelijker. Daarom kom je in de dierentuin vaak individuen tegen die behoorlijk wat ouder zijn dan ze volgens het dierenlexicon kunnen worden. Dus allemaal methusalems!
De echte senioren onder de dieren zijn te herkennen aan vergelijkbare kenmerken qua uiterlijk en bewegingen als bejaarde mensen. Het haar wordt dunner en minder glanzend. Echt grijs worden slechts weinig dieren, maar bejaarde koraalvissen zijn wel een stuk minder kleurrijk dan jonge. Het weefsel wordt minder strak, de zwaartekracht lijkt een sterker effect te hebben op de buik en huidplooien dan voorheen: alles hangt een beetje. Tegelijkertijd zien we dat de oude zoogdieren vaak op de rug knokig worden. De spiermassa neemt af; dat zie je bijvoorbeeld terug bij aardvarkens of olifanten op leeftijd. De eetlust en het dorstgevoel wordt bij oudjes wat minder, daarom houdt de dierverzorger de voedselopname extra in de gaten.
Het hele bewegingsapparaat functioneert wat minder goed. Oude dieren hebben dan ook niet altijd zin in beweging, net zoals niet iedere hoogbejaarde mens nog graag van de bank opstaat voor sportieve activiteiten. Maar zonder seniorengym gaat de conditie ook bij dieren verder bergafwaarts. Onze oude vrouwtjesolifanten krijgen hun hooi daarom in het buitenverblijf in netten die enkele meters boven de grond hangen. Om bij het hooi te kunnen komen, doen ze meteen rek- en strekoefeningen en dat is goed voor de oude botten! Als er artrose of andere chronische pijntjes zijn, heeft de dierenarts vaak de juiste medicatie. Die wordt gemengd met het voer en maakt het mogelijk dat een oud dier een fijne en pijnloze oude dag beleeft.
Ook het gebit van oudere dieren verdient speciale aandacht. Olifanten bijvoorbeeld hebben slechts één kies in elk kwadrant van de kaak. Die kiezen wisselen ze maar liefst vijf keer in hun leven. Over het derde gebit hoeven we ons bij olifanten dus geen zorgen te maken, maar de aandacht gaat uit naar het zesde en laatste setje kiezen. Als die versleten zijn, lijden olifanten in de natuur vaak honger omdat ze hun voedsel nog maar slecht kunnen vermalen. In de dierentuin kunnen we aan de oude olifanten gemakkelijker te kauwen voedsel aanbieden. Een van onze olifanten heeft onlangs een halve kies verloren en gezien haar leeftijd zal dit wel de kies van het zesde setje moeten zijn. Daarom is het nu voor de dierverzorgers belangrijk extra op te letten of het dier goed eet en kauwt. Ook bij onze oudste chimpansees in de groep is het gebit niet langer perfect. Voor deze oude mensapen snijden we hun groenten voor het ontbijt in kleinere stukjes; harde brokken kunnen worden geweekt. Trouwens, wie vlooiende chimpansees observeert, zal merken dat zelfs onze harige neven vanaf zo’n veertig jaar wel een leesbril nodig zouden hebben!
De methusalems in de dierentuin zijn vaak geen schoonheden, met hun dunnere vacht, kromme rug en minder vlotte tred. Zolang dierverzorgers, dierenartsen en biologen ervan overtuigd zijn dat ondanks enkele ouderdomskwaaltjes de kwaliteit van leven van het dier goed is, krijgt de senior hier zijn pensioen. Maar als klachten te pijnlijk worden, laten we een dier inslapen. Want het leven van een oud dier verlengen puur om leeftijdsrecords te verbreken, is zeker niet het doel!
De draak is een fabelwezen dat vaak als een groot reptielachtig dier wordt afgebeeld. De draak speel…
Enkele seconde geleden
De basilisk (ook wel ‘koning der serpenten’ genoemd) is een mythisch fabelwezen dat verwant zou zijn…
Enkele seconde geleden
De sfinx is een mythologisch wezen dat voorkomt in diverse culturen, zoals de Egyptische, Griekse, A…
Enkele seconde geleden