Dierentuinen vroeger en nu: de geschiedenis van Burgers’ Safari

Burgers' Zoo is vaak koploper geweest in ontwikkelingen! Een mooi voorbeeld van hoe de huisvesting van dierentuindieren is veranderd, is de Safari.

Burgers’ Zoo bestaat al meer dan honderd jaar. Sinds de oprichting in 1913 is er in dierentuinen veel veranderd! Dierentuinen hebben nu veel meer kennis over de natuurlijke leefwijze van dieren en hun eisen betreffende huisvesting en voeding. Deze kennistoename ging stapsgewijs en zo zijn er in de loop van een eeuw altijd weer veranderingen en verbeteringen doorgevoerd in dierentuinen. Niet zonder trots kunnen we vermelden dat Burgers’ Zoo in deze ontwikkelingen vaak koploper is geweest! Een mooi voorbeeld van hoe de huisvesting van dierentuindieren is veranderd, is de Safari.

Verblijven zonder tralies

Roofdieren werden in vroegere tijden in hele stevige kooien met dikke tralies gehouden. Het dier zelf vindt de tralies misschien niet eens storend, maar de bezoekers krijgen wel  - bewust of onbewust  - verkeerde associaties: van levensgevaarlijke beesten, eigenlijk monsters, die je achter dikke tralies gevangen moet zetten. Begin jaren ‘30 van de vorige eeuw was Burgers’ Dierenpark –de vroegere naam van Burgers’ Zoo – het eerste park in Nederland dat leeuwen, tijgers en beren in verblijven zonder tralies hield.

Nieuwe trend

In de jaren ‘60 begon de trend om dieren in dierentuinen meer ruimte te geven en het idee van grote verblijven waar men met een auto doorheen kon rijden, was geboren. Eind jaren ’60 werd in Burgers’ Zoo dan ook het eerste safaripark op het Europese vasteland geopend. Zelfs de naam ‘safaripark’ werd toen voor het eerst in de Nederlandse taal gebruikt!

In de beginjaren van het safaripark konden bezoekers inderdaad met hun auto’s tussen de dieren rijden en soms kwam zelfs een leeuw op de motorkap zitten! In die tijd moest voor een rit door het safaripark apart entree worden betaald.

In de jaren ’80 deed de speciale safaritrein zijn intrede. Daarin reden de bezoekers door de verblijven met allerlei hoefdieren, terwijl de bestuurder van de trein per microfoon uitleg gaf over de dieren. Enkele jaren later werden particuliere auto’s helemaal geweerd omdat men dit beter voor de dieren achtte en ook veiliger voor de bezoekers.

In 1995 werd het safaripark verbouwd tot ‘wandelsafari’. Dat betekende ook het einde van de safaritrein. In 2005 zijn de moderne en lichte stallen voor de nacht- en winterhuisvesting van de hoefdieren geopend. De ontwikkelingen staan nooit stil en daarom zal een dierentuin ook altijd blijven veranderen!