De afgelopen vorstperiode bereikten de pinguïns uit ons park vele nieuwsmedia, zelfs tot over de landsgrenzen. Begon het weer eindelijk polaire vormen aan te nemen, kregen die watjes het koud! Ze moesten zelfs gevangen worden en in een binnenverblijf ‘overwinteren’. We gebruiken daarvoor het vroegere binnenverblijf van de nijlpaarden, dat speciaal is aangepast voor de pinguïns. Ze hebben er dan ook een redelijk ruim bassin tot hun beschikking.
Maar hoe zit dat nu met die pinguïns? De meeste mensen associëren deze vogels met poollandschappen. De waarheid is echter dat dat beeld vertekend is. Er zijn maar liefst zeventien verschillende soorten pinguïns Die zoeken hun voedsel verspreid over de koudere zeeën van het zuidelijk halfrond. Natuurlijk moeten ze aan land komen om te broeden en om jaarlijks te ruien. Hun plukkerige verenkleed is dan niet waterdicht en in het koude water zouden de vogels veel te veel afkoelen. Slechts twee van die zeventien soorten komen uitsluitend op de Zuidpool aan land (of op het ijs). Dat zijn de grootste soort, de keizerspinguïn, en de veel kleinere Adéliepinguïn. De kinbandpinguin komt ook in het zuiden van Zuid-Amerika aan land.
De meeste andere soorten leven wel in de zuidelijke polaire zeeën en komen daar aan land op de vele eilanden, maar ook op de kusten van Nieuw Zeeland, Australië, Zuid-Amerika en Zuid-Afrika. De Humboldtpinguïn broedt aan de kust van Chili en Peru, tot ver in de tropen, en de Galapagospinguïn leeft, zoals de naam al aangeeft, op en rond de Galapagoseilanden: vrijwel op de evenaar dus!
‘Onze’ zwartvoetpinguïns zijn dus zeker geen buitenbeentjes: ze komen van de Zuid-Afrikaanse kusten, waar ze aan land een mediterraan klimaat kennen. Aan land kan de temperatuur daar flink oplopen, in zee is het er echter best fris. De zeeën rond Zuid-Afrika worden gevoed door Arctische zeestromingen en zijn koud en voedselrijk, maar blijven toch ruim boven het vriespunt.
Vandaar dat de pinguïns in Burgers’ Zoo niet zo vorstbestendig zijn. Een lichte of matige vorst kunnen ze wel aan, maar als het kwik beneden de -10 komt, krijgen ze problemen en moeten naar binnen verhuizen. Toch is juist deze pinguïnsoort het meest geschikt voor ons gematigde klimaat. Andere soorten moeten ’s zomers gekoeld worden, of juist verwarmd worden gedurende de gehele winter, zoals de Humboldt- en Galapagospinguïns. Die ‘watjes’ zijn dus eigenlijk hele makkelijke jongens die weinig eisen stellen.
Ooit afgevraagd waarom pinguïns zo onhandig lopen te waggelen? Het antwoord is dat pinguïns een heel groot deel van hun leven in het water doorbrengen en daar hun voedsel verschalken. Ze zijn gewoon helemaal gebouwd op een leven op zee. Pinguïns kunnen onder water razendsnel zwemmen, eigenlijk meer vliegen onder water, waarbij ze zich met behulp van hun vleugels voortbewegen. Extra snel zijn ze door hun perfecte stroomlijn. Juist die stroomlijn heeft de poten zo kort gemaakt en zover naar achteren geplaatst dat ze zich op land maar moeizaam verplaatsen. Vandaar.
In totaal acht zwartvoetpinguïns zijn uit het ei gekropen in Burgers’ Zoo. Arnhem, 6 april 2023 – Wa…
6 april 2023
In deze nieuwe reeks artikelen beschrijven we voorbeelden van camouflage in het dierenrijk. Er zijn…
5 januari 2023
Op dit moment zijn er geen livestreams. Na eerdere populaire livestreams bij de drachtige neushoor…
24 maart 2022