Zwoegend zwem ik langs de rand van een koraalrif in de Rode Zee. Werkelijk duizenden vissen zwemmen om het rif. De prachtigste kleuren en vormen zijn te vinden. Als één visje ergens van schrikt, duiken alle vissen als één dier de veiligheid van het rif in, maar ze zijn snel weer terug bij loos alarm
Zwoegend zwem ik langs de rand van een koraalrif in de Rode Zee. Werkelijk duizenden vissen zwemmen om het rif. De prachtigste kleuren en vormen zijn te vinden. Als één visje ergens van schrikt, duiken alle vissen als één dier de veiligheid van het rif in, maar ze zijn snel weer terug bij loos alarm. De dieren hangen vrijwel stil in de sterke stroming. Rechts is de onmetelijke blauwe zee, links een rijkdom waar je je ogen niet vanaf kunt houden. Een school horsmakreel zwemt me zonder enige moeite voorbij, tégen de stroming in. Deze dieren zwemmen tot 100 meter van het rif, maar komen vaak op het rif om voedsel te zoeken. Dan zie ik plotseling een grijze stip uit de blauwe diepte komen die snel groter wordt. Een haai! Wat een geluk! Alle vissen hebben zich tussen het koraal verscholen. De grijze rifhaai komt even nieuwsgierig kijken, maar glijdt wat later weer met groot gemak de diepte in.
Deze ervaring van het buitenrif is het idee achter het grote haaienbassin in de Ocean. Ook hier zwemmen de haaien in het blauwe ‘open water’ en komen af en toe naar het rif. Het is mooi te zien hoe deze dieren moeiteloos zwemmen, maar er wordt één klein detail vergeten. Deze dieren zwemmen 24 uur per dag. Als dit type haaien op de bodem van het bassin komt te liggen, dan zullen de dieren stikken. Dit type haai is namelijk niet gemaakt om zelfstandig lang te ademen. Door de bek iets open te zetten, loopt water tijdens het zwemmen langs de kieuwen. Als ze op de grond liggen, moeten ze zelf deze waterstroom opvoeren en dat kost hun teveel energie. Dit in tegenstelling tot de bodemhaaien die dat wel kunnen. Een bamboehaai, luipaardhaai of witpuntrifhaai heeft geen enkele moeite te ademen als ze stil liggen op de bodem.
Hoe is het mogelijk dat deze haaien niet uitgeput raken door zoveel te zwemmen? Allereerst moet naar de opbouw van een haaienhuid worden gekeken. Haaien hebben een hele ruwe huid, doordat er kleine huidtandjes in zitten. Deze huidtandjes zijn naar achteren gebogen. De huid voelt ruw wanneer je van achteren naar voren zou strijken maar andersom niet. Het water dat langs het lichaam stroomt, raakt enkel de punten van de huidtandjes aan en de haai ondervindt daardoor minder weerstand bij het zwemmen. Ook ontstaat er turbulentie achter ieder huidtandje. Dit ronddraaiende water krijgt een speciale functie die te vergelijken is met een bord gevuld met knikkers. Door een hand over deze knikkers te bewegen is de weerstand bijna verdwenen. Ditzelfde gebeurt met het water waar het dier doorheen zwemt. De haaienhuid-techniek wordt zowel op snelle zeiljachten gebruikt als bij wedstrijdzwemmers.
Naast een verminderde weerstand bij het zwemmen maakt een haai ook gebruik van rustmomenten tijdens het zwemmen. Het dier maakt daarbij geen vinbewegingen maar zweefvluchten. Dit is enige tijd geleden in de ZieZoo beschreven bij de adelaarsroggen in de tunnel. De adelaarsroggen bleken 37% van hun tijd te zweven en de rest van de tijd waren ze echt aan het zwemmen. Maartje Bergmeijer en Marlies van Velzen, twee studenten van de Hogeschool Van Hall te Leeuwarden, hebben enkele maanden de zwemactiviteiten gevolgd van de drie zwartpunthaaien in het haaienbassin. Het bleek dat deze dieren 5 tot 10 % van hun tijd zweven en de rest zwemmen. Dit is duidelijk minder dan de adelaarsroggen. Er was een opvallend patroon terug te vinden waar de dieren de glijvluchten maakten. Op drie plaatsen achterin het bassin werden de zweefvluchten gestart, terwijl het eind van de zweefvlucht willekeurig was. Een zweefvlucht was nooit langer dan 1/3 van de lengte van het bassin en meestal een stuk korter. Waarom zweven de dieren alleen op die plaats en maar zo kort? Het zou uit het oogpunt van rust beter zijn als de haaien langere zweefvluchten kunnen maken. Het zou aan de diepte van het bassin of aan de stroming kunnen liggen. De maximale diepte is zes meter en is niet te veranderen, de stroming daarentegen is een optie die momenteel nader bekeken wordt. Mogelijk is het natuurlijk gedrag om zo weinig te rusten en de weerstandsvermindering van de huid zo goed dat de dieren niet uitgeput raken. Toch blijft het belangrijk om te zoeken naar de verbeteringen van de omstandigheden om dit soort specifieke dieren in gevangenschap te kunnen houden.
Ditzelfde onderzoek wordt in Diergaarde Blijdorp Rotterdam uitgevoerd. Daar zwemmen twee zwartpunthaaien. Het onderzoek is nog in volle gang, maar het zou interessant zijn om onze waarneming straks te gaan vergelijken met die van Burgers' Zoo. Deze twee onderzoeken zullen mogelijk een basis vormen om gelijksoortig onderzoek in andere Europese aquaria te verrichten, met als belangrijkste doel meer kennis te vergaren over de zwemactiviteit van haaien in gevangenschap.
Geschreven door: Max Janse
De jonge luipaardhaai die op 5 januari 2024 uit het ei is gekomen, is het resultaat van ongeslachtel…
5 augustus 2024
De collectie in de ‘Kleine Oceaan’ – het bassin aan de linkerhand vóór de roggentunnel - heeft naast…
30 mei 2024
Dinsdag 12 maart 2024 vertrekken 82 zachte koralen, 5 steenkoralen en 6 zeeanemonen vanuit onze dier…
12 maart 2024