Ruim twee jaar geleden, in december 2002, ontving Burgers’ Zoo in totaal vier mannelijke basterdgemsbokken. De dieren waren afkomstig uit de dierentuinen van Hannover, Dortmund en Lissabon. De stamboekhouder was op zoek naar een plekje voor deze vier bokken en vroeg of wij een paar jaar ervaring met deze soort wilden opdoen. Kennelijk zijn we geslaagd voor de test, want eind januari mochten we vier vrouwtjes uit het Deense Givskud ontvangen. Basterdgemsbokken in Burgers’: een succesverhaal.
Het is een feit waar we niet omheen kunnen: in dierentuinen zijn vrouwelijke dieren over het algemeen veel populairder dan mannen. Vrouwtjes krijgen jongen en dat is niet alleen leuk voor het publiek en de verzorgers, maar brengt ook het nodige leven in de brouwerij. Toch is het voor dieren die in harems leven van groot belang dat er ook plaatsen zijn waar verscheidene mannetjes gehouden worden. Deze mannengroepen zijn een soort bewaarplaatsen van genetisch materiaal; zodra een mannetje uit een fokgroep sterft, of weg moet omdat hij genoeg nakomelingen gehad heeft, kan een man uit een mannengroep zijn positie meteen innemen. Op de savanne van Burgers’ Zoo hadden we tot dan toe alleen fokgroepen en daarom hebben we het verzoek van de stamboekhouder om met een mannengroep te beginnen met plezier gehonoreerd. Voor ons was dit een mooie gelegenheid om ervaring met de soort op te doen. Daarnaast stonden we aan de vooravond van de enorme verbouwing van de safari en we wilden tijdens die verbouwing niet al te veel dieren hebben. Met vier bokken zonder vrouwtjes weet je één ding zeker: het worden er nooit meer! Tenslotte heeft zo’n mannengroep ook een educatieve functie: antilopen leven in haremgroepen en jonge mannetjes verzamelen zich in vrijgezellengroepen. Eindelijk konden we ook zo’n groep puberende mannetjes laten zien. Nou: die rol hebben ze met verve vervuld!
Eind 2002 ontvingen we vier mannetjes basterdgemsbok. Twee dieren kenden elkaar al, de andere twee kwamen elk uit een andere dierentuin. Eerst hebben we die twee eenlingen aan elkaar gewend in een separatie-ren. Toen zij elkaar goed kenden, hebben we de andere twee erbij gezet, zodat het eigenlijk twee tegen twee was. Na een paar weken was de rangorde bepaald en konden we de dieren langzaam aan de savanne laten wennen. Hoewel geen van de vier dieren gewend was aan andere dieren, verliep de introductie op de savanne zonder problemen. Sterker nog: de eerste weken waren ze zo bang van al die andere langbenige en zwart-wit gestreepte medebewoners, dat ze ’s avonds als eerste weer op stal stonden. Ook onderling was het niet altijd pais en vree. Regelmatig moest de rangorde tussen de vier dieren opnieuw bepaald worden, want ‘er zou eens een groep vrouwtjes basterdgemsbokken voorbij komen’. Kortom: de vier basterdgemsbokken zorgden voor veel leven op de savanne; altijd waren ze elkaar aan het uitdagen en joegen ze elkaar op. Vandaag won de ene, morgen kwam de andere als winnaar uit de bus. Er waren nooit heftige gevechten; het waren meer schijngevechten om te testen wie het sterkste was. Helaas stierf één van de basterdgemsbokken begin 2004 aan de gevolgen van een longontsteking.
In de zomer van 2004 benaderde de stamboekhouder ons. In de dierentuin van Dvur Kralové in Tsjechië was de fokman gestorven en men wilde graag een nieuwe fokman. Wij hadden drie bokken, waarvan er twee in Lissabon geboren waren. De dieren uit Lissabon waren onverwant aan de vrouwtjes in Dvur Kralové en het verzoek kwam of wij één van die twee bokken naar Tsjechië wilden sturen. Vanzelfsprekend wilden wij aan dat verzoek gehoor geven en daarom verhuisde Kokki (‘de dikke uit Lissabon’; u mag raden naar de naam van de andere) in juli 2004 naar Dvur Kralové. Vanaf dat moment hadden we nog maar twee basterdgemsbokken.
We vonden het eigenlijk wel best met twee basterdgemsbokken en hadden intern al min of meer besloten om het zo te houden tot de nieuwe stallen klaar zouden zijn. In de tweede helft van dit jaar zullen we namelijk alle dieren, behalve de koedoes, neushoorns en giraffen, aan de nieuwe stallen moeten laten wennen. Hoe minder dieren we hebben, hoe gemakkelijker dat gaat. De stamboekhouder van de basterdgemsbokken gooide echter roet in het eten. De dierentuin van Givskud in Denemarken wilde stoppen met basterdgemsbokken en men zocht een plekje voor deze belangrijke dieren. De stamboekhouder vond dat we inmiddels genoeg ervaring met een mannengroep opgedaan hadden en adviseerde om de vier vrouwtjes van Givskud naar Arnhem te sturen. Hoewel het voor ons eigenlijk iets te vroeg komt, hebben we zijn voorstel aangenomen. Zodoende arriveerde er eind januari een transport met deze vier basterdgemsbokken uit Denemarken. Burgers’ Zoo heeft nu een fokgroep basterdgemsbokken!
Op het moment hebben we dus twee mannetjes en vier vrouwtjes. Overigens is één van de vrouwtjes met haar 19 jaar de oudste van Europa, dus daar hoeven we niet zoveel meer van te verwachten. James laat de nabijheid van vrouwtjes gelaten over zich heen komen, maar Peppi wordt echt helemaal gek en staat de hele dag te dringen voor het hek van zijn stal. Genetisch is de bok Peppi uit Lissabon het belangrijkste, maar dat is degene met slechts één hoorn en dus niet de mooiste. Daarnaast is hij een beetje een sulletje, want hoewel hij ruim een jaar ouder is dan James, kan hij hem toch niet de baas worden. We zullen de vrouwtjes dus eerst bij Peppi in de separatie-ren laten, zodat hij hen kan dekken; als de vrouwtjes drachtig zijn, mogen ze samen met James op de vlakte. Ondertussen zoeken we voor James een plekje in een andere dierentuin, zodat Peppi altijd bij zijn vrouwtjes kan zijn. Waarschijnlijk echter is een van de vrouwtjes nog drachtig van de bok uit Givskud en misschien wordt er dus binnenkort een basterdgemsbok geboren. Dat zou een primeur voor Burgers’ Zoo zijn. We houden u op de hoogte!