We geven bij Burgers’ Zoo graag de voorkeur aan dieren die zelf hun jongen grootbrengen, zonder tussenkomst van de dierverzorgers. Jonge dieren leren belangrijke vaardigheden van hun moeder en/of – afhankelijk van de diersoort – hun vader die later letterlijk van levensbelang zijn. Daarnaast zijn er ook diersoorten waarbij de vader op dit vlak juist een belangrijkere rol speelt dan de moeder. Bij diverse diersoorten assisteren oudere broers en zussen in dit proces en bij verschillende soorten is zelfs de hele groep betrokken bij de vorming van de jongen tot volwaardige volwassen groepsleden. Wanneer jonge dieren door mensen worden grootgebracht, krijgen ze deze essentiële, soort-specifieke vaardigheden niet mee tijdens het opgroeien. Vaak is het in zo’n geval dan lastig om het dier naderhand weer bij zijn soortgenoten te introduceren. Soms kunnen er echter heel belangrijke redenen zijn om toch voor handopfok te kiezen. In deze editie: de leeuw.
We kunnen ons er tegenwoordig niets meer bij voorstellen, maar in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw was het heel normaal in ons dierenpark dat er diverse nestjes leeuwenwelpen met de hand werden grootgebracht. Vaak zelfs tegelijkertijd, aangezien Burgers’ Zoo in heel Europa en daarbuiten bekend stond om zijn leeuwen en dan met name ook om zijn succesvolle fok met leeuwen. In het Arnhemse dierenpark waren tijdens een willekeurig bezoek vaak tientallen leeuwen te bewonderen. In 1968 werd zelfs Burgers’ Leeuwenpark geopend, dat met de komst van onder andere giraffen, zebra’s, antilopen en struisvogels in 1969 werd uitgebreid tot Burgers’ Safaripark. De keerzijde van dit enorme succes én het feit dat andere dierenparken de fok met leeuwen toen nog niet goed onder de knie hadden, was dat op zeker moment praktisch alle leeuwen in Europa en Noord-Amerika genetisch gezien al snel naar Arnhem waren te herleiden. Zelfs de beroemde brullende leeuw van MGM Studios (Hollywood, USA) heeft Arnhems bloed door de aderen stromen: één van zijn ouders was afkomstig uit ons park.
Tegenwoordig zitten dierenparken wat leeuwen betreft in een soort luxepositie: als we de fok ongebreideld zouden laten verlopen, komen er meer leeuwen dan er plaatsen beschikbaar zijn in de Europese dierenparken. Daarom wordt er bij leeuwen veelvuldig met anticonceptiemiddelen gewerkt, zowel tijdelijke (bijvoorbeeld de prikpil) als permanente (bijvoorbeeld sterilisatie of castratie). Vroeger echter was Burgers’ Zoo één van de weinige parken die goed had begrepen hoe je succesvol met leeuwen kunt fokken. Essentieel is dat de drachtige leeuwin een ruimte geboden wordt, waar ze zich volledig veilig voelt en waar ze zich in alle rust kan terugtrekken zonder dat ze wordt gestoord door mensen of soortgenoten. In het wild zondert een hoogdrachtige leeuwin zich immers ook af om een veilige plek te zoeken waar ze in beschutting en geborgenheid haar jongen kan werpen. Burgers’ Zoo creëerde dergelijke veilige kraamruimtes voor de leeuwinnen en met veel succes!
Regelmatig sprongen dierverzorgers bij om jonge welpen met de fles groot te brengen, in het geval dat moeder de dieren verstoten had bijvoorbeeld. Ook werden honden ingezet als surrogaatmoeders, wat op een gegeven moment tot een merkwaardig beeld leidde wanneer zo’n hond de uit de kluiten gewassen leeuwenwelpen – inmiddels twee keer zo groot als hun ‘moeder’ – met een geblaft commando even op hun plaats wees. De opgroeiende leeuwenwelpen wisten in dat geval niet beter of de hond was hun moeder.
Inmiddels weten we uiteraard veel meer over het natuurlijke gedrag van leeuwen en het belang van de levenslessen die ze veelal via hun moeder en andere groepsleden oppikken. Bovendien delen we dergelijke vakkennis – het weten hoe je succesvol met leeuwen kunt fokken – tegenwoordig direct met onze collega-dierenparken. Uiteindelijk is een zo groot mogelijke genetische variatie namelijk belangrijk voor de toekomst van de dierentuinpopulatie leeuwen.
Leeuwen die met de fles zijn grootgebracht, raken meer dan wenselijk is aan mensen gewend en kunnen zelfs enigszins tam worden, zeker als de dieren vaak worden aangehaald en er regelmatig intensief menselijk contact is. Wat mogelijk nog belangrijker is, is dat zo’n handopfok-leeuw niet van zijn moeder waardevolle levenslessen leert en mogelijk de leeuwencommunicatie niet goed begrijpt. Het is dan een stuk lastiger om zo’n handopfok-dier als jongvolwassen leeuw in een bestaande, natuurlijke groep leeuwen te introduceren.
Burgers’ Zoo hanteert de filosofie om dieren het liefst zo natuurlijk mogelijk te houden. Als de welpen gewoon gezond opgroeien en niets mankeren, worden ze in principe nooit gehanteerd door de dierverzorgers. Alleen wanneer ze op transport zouden gaan naar een ander dierenpark, zullen ze door de dierenarts onder algehele narcose moeten worden gebracht voordat ze de transportkist in kunnen. Maar op deze manier zien we onze leeuwen graag: ze vertonen natuurlijk gedrag en laten zien niet gewend te zijn aan ook niet gefocust te zijn op mensen. We hebben liever dan ze al hun aandacht besteden aan hun soortgenoten en leefomgeving, precies zoals ze in het wild ook zouden doen!
In ons park leven honderden bijzondere diersoorten. In het kader van Europese populatiemanagementpro…
24 januari 2022
Met het paasweekend voor de deur hebben onze acht leeuwen als vorm van gedragsverrijking een niet al…
2 april 2021
Onze dierenarts Henk Luten heeft vanochtend vasectomie toegepast bij een 11-jarig volwassen leeuwenm…
11 maart 2021