In ons park leven honderden bijzondere diersoorten. In het kader van Europese populatiemanagementprogramma’s voor bedreigde diersoorten vinden regelmatig uitwisselingen van dieren plaats tussen dierenparken verspreid over heel Europa (en soms zelfs daarbuiten). Er komt behoorlijk wat kijken bij het plannen en organiseren van zo’n transport en natuurlijk spelen het natuurlijke gedrag en de specifieke eigenschappen van een diersoort ook een grote rol in het proces. In deze serie lichten we er een aantal bijzondere diertransporten uit. Deze keer: de pinguïn.
In ons park hebben we een groep van zo’n 60 zwartvoetpinguïns, die hun verblijf pal achter de hoofdingang hebben. Zwartvoetpinguïns komen van nature voor aan de kusten van Zuid-Afrika en Namibië. Daar vinden ze hun voedsel in de zeer voedingsrijke zeestromingen rond de Kaap. De vogels broeden aan land en maken een hol in het rotsachtige landschap op het strand. Meestal leggen de zwartvoetpinguïns twee eieren, die vaak ook allebei bevrucht zijn.
Pinguïns vormen in principe paartjes voor het leven. In principe, want soms valt een paartje toch uiteen, bijvoorbeeld wanneer één van beide dieren komt te overlijden. Om inteelt te voorkomen en de populatie af en toe van vers bloed te voorzien om de genetische variatie zo groot mogelijk te houden, vinden er in dierenparken transporten van pinguïns plaats naar andere dierenparken. Zo zijn er in onze Arnhemse groep enkele jaren geleden bijvoorbeeld enkele onverwante vrouwtjes uit ZooParc Overloon bijgekomen toen we wat vrouwtjes tekort kwamen.
We houden heel nauwkeurig bij welke pinguïns samen een paar vormen en welke dieren hun nakomelingen zijn. Hierdoor kunnen wij in overleg met de coördinator van het Europese populatiemanagementprogramma goed bepalen welke pinguïn eventueel zou moeten verhuizen en waarheen, om zodoende de totale dierentuinpopulatie in alle deelnemende dierenparken genetisch zo divers mogelijk te houden.
Wanneer bepaalde vogels al meer dan voldoende nakomelingen hebben grootgebracht, halen we hun eieren weg en vervangen we die voor kalkeieren. De vogels zijn dan druk met broeden, maar er komen geen jongen van. Als we geen kalkeieren zouden gebruiken, leggen de pinguïns weer opnieuw eieren en gaat de fok ongeremd door. Soms werken we net andersom. Dan leggen we een bevrucht ei van een onervaren koppel bij een succesvol broedpaar om zodoende ook hier de genetische variatie te optimaliseren. Zij broeden dat ei dan uit en brengen op normale wijze een jong groot dat dus eigenlijk niet van henzelf is.
Alle zwartvoetpinguïns in Burgers’ Zoo zijn voorzien van vleugelringen met een uniek nummer voor elk dier. Zo kunnen we exact aflezen om welk individu het gaat. Daarnaast zijn alle pinguïns ook voorzien van een chip; een wettelijke verplichting en handig wanneer de vogel de ring verliest. Om het aflezen van de nummers nog verder te vereenvoudigen, zijn de vleugelringen bovendien voorzien van een kleurcode. Elk cijfer kent een eigen vaste kleur: bijvoorbeeld ‘1’ is ‘wit’ en ‘0’ is ‘groen’. Een nummer dat start met ‘100’ krijgt dus de kleurcode ‘wit-groen-groen’. Stel dat de vogel in kwestie op het nest zit en het nummer niet goed is af te lezen, dan kunnen we aan de hand van de kleurcode toch zien om welk dier het gaat zonder het dier te hoeven storen.
Zwartvoetpinguïns broeden meestal tweemaal per jaar. Vlak na de zomer, zo in de maand september, vindt de eerste broedronde plaats en worden de eerste eieren gelegd. Vaak volgt er omstreeks november nog een tweede broedronde. Wanneer het jong een week of zeven oud is, wordt het dier tijdelijk achter de schermen geplaatst met leeftijdsgenoten, die dan allemaal een cursus vis aannemen van de dierverzorger krijgen. In de natuur worden de dieren niet lang na die eerste zeven weken door hun ouders het nest uit gebonjourd en dan moeten de jonge vogels zichzelf zien te redden. In Burgers’ Zoo slagen de snelle leerlingen na een week voor de viscursus en de wat langzamere leerlingen na een week of twee. De jonge vogels blijven ongeveer twee maanden in de pinguïncrèche, zodat ze goed aansterken en flink groeien. Op dat moment worden de dieren weer terug voor de schermen geplaatst en eten ze na een korte gewenningsperiode meestal al snel bij de dagelijkse groepsvoederingen mee (tweemaal per dag: in de ochtend en in de middag). We proberen jonge pinguïns altijd in groepjes terug voor de schermen te plaatsen, zodat ze extra steun aan elkaar hebben.
In de maanden juni en juli zien we dat alle pinguïns in de rui gaan en in die periode een nieuw verenkleed krijgen. Vlak voor die ruiperiode eten de pinguïns erg veel. In twee weken tijd vervangt de pinguïn dan al zijn veren en ziet hij er weer nagelnieuw uit. In die ruiperiode zwemmen de vogels niet tot nauwelijks en eten ze vaak ook een stuk minder. Bezoekers die dan verschillende ‘pluizenbollen’ in het verblijf zien staan, denken vaak dat het om jonge pinguïns gaat. Schijn bedriegt!
De zwartvoetpinguïns van Burgers’ Zoo krijgen eenmaal per week (in de zomer tweemaal per week) preventief medicijnen tegen malaria. De vogels zijn gevoelig voor een specifieke vogelmalaria. Daarnaast krijgen de pinguïns dagelijks speciale ‘fisheater’-tabletten over hun voedsel toegediend, die extra vitaminen en mineralen aan het menu toevoegen. De dierverzorgers drukken die tabletten achter de kieuwen van de haring die de vogels in zijn geheel naar binnen werken. Wanneer vis wordt ingevroren, verliest deze belangrijke vitamines (vooral vitamine A) en die worden op deze manier weer aangevuld.
Voor het transport van zwartvoetpinguïns zijn geen CITES-papieren vereist. CITES is een afkorting voor ‘Convention on International Trade in Endangered Species’. Deze wetgeving bestrijdt de illegale handel in bedreigde dier- en plantensoorten. Het ligt aan de CITES-status van de diersoort welke papieren vereist zijn. De status van de zwartvoetpinguïn is II/B, dus hiervoor hoeven we geen CITES-papieren aan te vragen mits de herkomst van het betreffende dier en zijn ouderdieren bekend is. Gaat een pinguïn op transport, dan worden de vogels door hun vaste dierverzorgers snel en behendig met stevige handschoenen vastgepakt. We hanteren onze dieren zo min mogelijk, dus de pinguïns zijn niet gewend door mensenhanden te worden gepakt en kunnen flink hard pikken en bijten. Bij wat langere transporten krijgt elke pinguïn zijn eigen transportkistje.
Bekijk hier beelden van het transport van de pinguïn
De eenhoorn wordt meestal afgebeeld als een paard met een lange hoorn op het voorhoofd. De hoorn is…
Enkele seconde geleden
De mandragora (Mandragora officinarum) is een kruid uit de nachtschadefamilie. De mandragora wordt o…
Enkele seconde geleden
Quetzalcoatl betekent letterlijk ‘gevederde slang’ of ‘kostbare tweeling’. Quetzalcoatl is één van d…
4 dagen geleden