Iedere diersoort een eigen menu

Net als bij mensen kan men op veel verschillende manieren naar voeding van dieren kijken. Uiteraard is het voor elk dier belangrijk om voldoende calorieën binnen te krijgen.

Net als bij mensen kan men op veel verschillende manieren naar voeding van dieren kijken. Uiteraard is het voor elk dier belangrijk om voldoende calorieën binnen te krijgen. Alleen dan heeft een dier genoeg energie voor groei, beweging, stofwisselingsprocessen, voortplanting, etc. Eten dieren echter over een langere periode voedsel met te veel calorieën, dan worden ze te dik. Deze vetreserves die in goede tijden worden opgebouwd zijn een prima mechanisme om tijden met minder aanbod door te komen. In het leven van de Westerse mens of van dierentuindieren komen die magere tijden en waarin je weer inteert op je vetreserves, echter niet voor. Het is dus belangrijk om bij de voeding in dierentuinen op te letten dat de dieren niet te dik worden Overgewicht  kan namelijk allerlei gezondheidsproblemen met zich mee brengen. Neushoorns en zebra’s bijvoorbeeld leven in de dierentuin op een vrij sober dieet dat voornamelijk uit hooi bestaat. Het zijn diersoorten die eigenlijk niks anders nodig hebben. Saai? Naar de menselijke voorstellingen wel; maar ook in de natuur, in de Serengeti, eet een zebra gewoon elke dag weer gras!

Speciale samenstelling

Naast de hoeveelheid energie in het voedsel, speelt ook de samenstelling een belangrijke rol. De afgelopen decennia zijn we veel meer aan de weet gekomen over de behoeftes aan nutriënten bij allerlei diersoorten. Het is veelal niet mogelijk om in dierentuinen hetzelfde voedsel ter beschikking te stellen als in de natuur. Zo kunnen we voor chimpansees geen vruchten van echte regenwoudbomen importeren uit West-Afrika en ook de tijgers hebben in de dierentuin geen herten of tapirs op het menu staan. Maar we weten steeds beter welke voedingstoffen, mineralen en vitaminen een diersoort nodig heeft en zorgen voor passend vervangend voedsel. 

Variatie 

Voor de meeste dierentuindieren worden door gespecialiseerde bedrijven voederbrokken geproduceerd die precies zijn afgestemd op de behoeftes van allerlei diergroepen. Zo zijn er bijvoorbeeld speciale brokken voor giraffen, voor flamingo’s, voor kangoeroes, voor beren, etc. In deze brokken zit de juiste verhouding aan nodige nutriënten. De meeste dieren lusten de brokken ook graag. In Burgers’ Zoo krijgen veel diersoorten naast ander voedsel ook brokken, zodat we er zeker van zijn dat ze van alle nodige voedingstoffen de basisbehoefte binnen krijgen. Nadeel van de brokken is dat ze snel zijn opgegeten en de energie daarin sterk geconcentreerd aanwezig is. Overgewicht ligt dus op de loer, en van alleen maar brokken voeren kunnen problemen in het verteringstelsel ontstaan. Daarnaast bevredigt het eten van uitsluitend brokken niet alle gedragsbehoeften van de dieren. Daarom staat altijd nog wat anders op het menu.

Slechte smaak 

Lang niet alle dieren zijn echte fijnproevers. De meeste vogelsoorten bijvoorbeeld hebben nauwelijks smaakreceptoren. Ook vissen nemen weliswaar geur- en smaakstoffen over heel hun lichaam waar, maar hebben niet veel smaakpapillen in de bek.