De titel van dit stuk kun je op verschillende manieren lezen: gelukkig is het niet zo bedoeld dat het water uit de bassins loopt! Wel zijn vorig jaar veel dieren uit de Ocean vertrokken. De kweek van allerlei vissen, koralen en zeeanemonen gaat zo goed dat deze naar andere publieksaquaria mogen verhuizen om voldoende ruimte in de Ocean te waarborgen.
Uit de Ocean zijn de afgelopen vijf jaar ruim 3200 dieren vertrokken naar andere publieksaquaria. Het is erg positief dat de kweek sinds het begin van de Ocean in 2000 zo goed op gang is gekomen. Dit geeft aan dat het met heel veel soorten goed gaat. Er is echter nog steeds een groot aantal soorten dat zich (nog) niet voortplant; er blijft dus voldoende uitdaging. In 2012 zijn er in totaal 612 dieren weggegaan: ruim 280 koralen, 170 zeeanemonen, 13 roggen, 23 haaien en 124 beenvissen.
Vaak wordt de vraag gesteld of we aan al die diertransporten verdienen als dierentuin. Het antwoord is eenvoudig: helemaal niets! Binnen de Europese dierentuinen is afgesproken dat dieren geen financiële waarde hebben. Het zou ook lastig zijn om een bepaalde geldsom aan een dier toe te kennen. Daarnaast willen we niet als dierhandelaar worden bestempeld. Soms ruilen we dieren, maar meestal geven we ze weg. Voorwaarde is natuurlijk wel dat de dieren op een goede plek terecht komen. De ontvangende dierentuin krijgt van ons alle informatie over het dier mee om de verhuizing en het wennen op de nieuwe locatie zo goed mogelijk te laten verlopen.
Het transporteren van zeedieren is een apart hoofdstuk. Voor kleine dieren zoals anemonen, koralen of kleine vissen is het vrij eenvoudig. Ze worden individueel of respectievelijk per kolonie verpakt in een plastic zak. De zak wordt voor een deel gevuld met water uit het aquarium. De lucht bovenin de zak wordt vervangen door 100% zuurstof. Zo kan het water een lange periode genoeg zuurstof opnemen voor het dier. Het onderste deel van de zak is zwart, zodat het lekker donker is tijdens het transport. Een tweede zak wordt hier weer overheen geschoven om zo te zorgen dat als de eerste zak lekt raakt, er altijd nog een back-up is. De zakken worden opgestapeld in een polystyreen doos om de dieren in de ideale temperatuur te kunnen vervoeren.
Na een transport moeten de dieren altijd overgewend worden aan het nieuwe water. Dit wordt gedaan door gedurende een periode van één tot twee uur het water waarin de dieren getransporteerd zijn te vervangen door het nieuwe aquariumwater. Zoutgehalte, temperatuur, zuurgraad en zuurstofgehalte worden tijdens dit proces nauwkeurig bijgehouden. Ook wordt in de gaten gehouden hoe het dier reageert op het nieuwe water. De dagen na het transport zijn belangrijk en tijdens deze eerste dagen heeft het dier veel aandacht nodig: gaat het dier goed eten, wordt het niet ziek? De quarantaineruimte waar de dieren gedurende de eerste periode gehuisvest worden is dan ook heel belangrijk.
Grotere vissen zijn een stuk lastiger te vervoeren. Eind 2012 zijn twee jonge adelaarsroggen naar het aquarium in Boulogne-sur-Mer gebracht in Noord-Frankrijk. Deze roggen hebben een spanwijdte van ruim 50 centimeter, niet een visje dat je even in een zakje stopt. Daarnaast zijn het dieren die continu moeten zwemmen. Grote kuipen zijn hiervoor de oplossing. Hoe groter hoe beter, maar om nu een zwembad van drie meter doorsnede in een bus mee te nemen, is toch wat lastig. Ruimte en gewicht zijn de beperkende factoren. Als dieren met het vliegtuig vervoerd moeten worden, kost iedere kilo geld. De tocht naar Frankrijk was dan ook een proef om te zien hoe we de dieren veilig konden vervoeren zonder het gebruik van grote pompen, filters en zuurstofflessen. In een grote ton met 400 liter water werd één rog verpakt. De ton werd daarna afgesloten waarna de rest van de ton gevuld werd met 100% zuurstof. Twee luchtpompjes hingen onderaan het deksel van de ton om zuurstof in het water te brengen. Tijdens het transport werd continu zuurstof gemeten en voor noodgevallen was tevens nog een back-up zuurstoffles in de bus aanwezig.
Een ander probleem is dat het water kan gaan vervuilen door afvalstoffen van de rog. Dit voorkom je deels door te zorgen dat de darmen helemaal leeg zijn voor het transport. Door het dier anderhalve dag geen eten te geven is dat eenvoudig op te lossen. Een paar dagen zonder eten is geen probleem voor zo’n rog. Ook al zijn de darmen leeg, een dier blijft altijd wat afvalstoffen produceren. Vooral ammonia is zeer giftig voor vissen en deze waarde kan tijdens een transport oplopen. Bij het adelaarsroggentransport was aan één tank een ammoniabinder toegevoegd, waardoor alle ammonia chemisch werd weggevangen. De andere rog werd vervoerd zonder ammoniabinder, maar wel met een extra hoeveelheid water waardoor het ammonia geen giftige waardes kon bereiken. Juist nu konden we de verschillen tijdens en na het transport meten. Het eindresultaat was dat beide roggen in prima gezondheid zijn aangekomen in Boulogne en twee maanden later nog prima gezond rondzwemmen.
De jonge luipaardhaai die op 5 januari 2024 uit het ei is gekomen, is het resultaat van ongeslachtel…
5 augustus 2024
De collectie in de ‘Kleine Oceaan’ – het bassin aan de linkerhand vóór de roggentunnel - heeft naast…
30 mei 2024
Dinsdag 12 maart 2024 vertrekken 82 zachte koralen, 5 steenkoralen en 6 zeeanemonen vanuit onze dier…
12 maart 2024