In de zee komen de raarste creaturen voor. Zeepaarden behoren daar zeker toe. In de Ocean is een verre neef van het zeepaardje, de zeenaald, komen wonen. Deze rechte versie van een zeepaard kan soms prachtige kleuren hebben. Net als zeepaarden zijn zeenaalden lastig in aquaria te houden. Toch heeft een specialist in Karlsruhe deze soort zeenaald in aquaria gekweekt en zijn er jonge dieren naar Arnhem gekomen.
Zeenaalden zijn relatief trage vissen. Met hun kleine vinnen kunnen ze net zo handig manoeuvreren als een helikopter. Met hun relatief grote ogen zoeken ze hun prooien die ze vervolgens heel voorzichtig benaderen. Met een extreem snelle beweging van de bek slaan ze de prooien uit het water. De prooidieren worden met grote kracht door de opengesperde bek naar binnen gezogen, waarbij ze met behulp van die kracht en snelheid vaak direct in tweeën worden geslagen. Zeenaalden kunnen met hun lange snuit en kleine, tandeloze bek namelijk geen hap uit hun prooi nemen.
Een berucht probleem bij duikers is decompressieziekte. Wanneer een duiker lang onder grote waterdruk blijft, bijvoorbeeld wanneer hij zich lange tijd op grote diepte bevindt, bouwen zich veel gassen in het lichaam op. Als de duiker dan weer uit het water komt, wordt de druk weer minder. Hierdoor ontstaan luchtbelletjes, vergelijkbaar met het effect als je een limonadefles openmaakt. Er ontstaan luchtbelletjes. Als deze in het bloed ontstaan, kunnen ze bloedvaten afsluiten en voor een groot probleem zorgen. Wat heeft dit met een zeenaald te maken, zult u denken. Welnu, de zeenaalden hadden ook een probleem met luchtbellen toen ze net een paar dagen in de Ocean waren. Normaal gesproken heeft een vis natuurlijk geen last van decompressieziekte, maar in dit geval had een pomp lucht aangezogen en deze lucht onder hoge druk weer in het aquarium geïnjecteerd.
Het moederdier spuit haar eitjes in een broedbuidel die onder aan de buik van het mannetje zit. Daar worden ze bevrucht. Na ongeveer acht dagen zijn de embryo’s volgroeid en verlaten ze de buidel. Babyzeenaalden zijn een miniatuurversie van hun ouders. Deze diertjes moeten vervolgens hun eigen weg zien te vinden. Ze zoeken dierlijk plankton tussen de stenen. Het enige probleem is dat dit heel klein voer moet zijn en dat maakt het zo lastig om ze in aquaria te kweken. Deze soort is uitgezet in de nachtgrot, het kleine aquarium tegenover de koraalduivels. Juist een klein aquarium met rustige medebewoners maakt het mogelijk de dieren gemakkelijk te kunnen voeren zonder dat het voedsel door de snelle vissen wordt weggesnoept. Toch hebben we ook een aantal dieren uitgezet in het koraalrif. Hier is tussen de stenen heel wat lekkers te vinden en is er genoeg ruimte om rustig te kunnen leven. Er zijn verschillende vissen in het koraalrif die zich voortplanten en waar de jongen ook voer kunnen vinden zonder dat de verzorgers ze voeren. Datzelfde proberen we nu ook met de zeenaalden. Weer een stukje dichter bij een natuurlijk koraalrif!
De jonge luipaardhaai die op 5 januari 2024 uit het ei is gekomen, is het resultaat van ongeslachtel…
5 augustus 2024
De collectie in de ‘Kleine Oceaan’ – het bassin aan de linkerhand vóór de roggentunnel - heeft naast…
30 mei 2024
Dinsdag 12 maart 2024 vertrekken 82 zachte koralen, 5 steenkoralen en 6 zeeanemonen vanuit onze dier…
12 maart 2024