Foto's van bezoekers
Dikhoornschapen behoren, zoals de naam als zegt, tot de schapen. Het zijn evenhoevige dieren die horens dragen. In Burgers’ Zoo zijn ze de enige soort uit de groep van de schapen en geiten. Maar er leven meer evenhoevigen met horens in Burgers’ Zoo, zoals de gnoes of de bantengs.
Mannetjes dikhoornschapen dragen hun grote, naar achteren gekrulde hoorns niet voor niets. Met name tijdens de bronsttijd imponeren ze ermee. De volwassen mannetjes vergelijken dan de grootte van hun horens met elkaar. Bij een duidelijk verschil hoeft er verder geen gevecht plaats te vinden: diegene met grotere horens wint. Maar als twee mannen even groot en sterk zijn en ze ongeveer even grote hoorns hebben, dan rammen ze met grote vaart met de koppen tegen elkaar om de rangorde te bepalen!
Dikhoornschapen komen in extreme klimaten voor; van koude berggebieden in de Rocky Mountains tot gortdroge woestijnen. In beide omstandigheden is het voordelig om de jongen uitsluitend in de gunstigste tijd van het jaar te werpen. Lammeren van dikhoornschapen worden in de natuur daarom altijd rond mei geboren. Dan begint in de koude bergen het warmere jaargetijde en in de woestijn juist het regenseizoen waarin meer voedsel beschikbaar is.
Om in de hitte van de woestijn te kunnen overleven, zijn deze schapen redelijk tolerant tegen het oplopen van hun lichaamstemperatuur. Een speciaal bloedvatensysteem in het gehemelte zorgt ervoor dat de kwetsbare hersens niet oververhit raken terwijl andere lichaamsdelen wel in temperatuur stijgen.
Hoewel de soort als geheel nog niet is bedreigd, staan diverse populaties dikhoornschapen behoorlijk onder druk. Deze dieren zijn vatbaar voor allerlei ziektes die schapen en geiten overbrengen, daarom kunnen ze hun leefgebied niet goed met deze boerderijdieren delen. Door de klimaatverandering valt tevens in delen van hun leefgebied minder regen, waardoor hun voedselplanten schaarser worden.
De dikhoornschapen bewonen hun eigen verblijf in de Desert. Het verblijf bevat veel klimrotsen en harde ondergrond. Zo slijten de altijd groeiende hoeven van de dikhoornschapen goed. Als herkauwers doen dikhoornschapen het na het opnemen van voedsel graag eventjes rustig aan. Ze liggen dan vaak in het stukje van het verblijf dat voorzien is van zacht zand.
In de rotsen bevinden zich achter de schermen nog stallen die de bezoeker niet kan zien. Hier krijgen de dikhoornschapen dagelijks hun brokken te eten. Zo zijn de dieren gewend om altijd in de stal te komen. Dat is handig, want als de dierenarts een ziek dier wil onderzoeken, of als een dier op transport gaat, dan kun je de dikhoornschapen veel beter in de stal hanteren dan in het grote verblijf. Dikhoornschapen zijn namelijk bepaald geen makke lammetjes!